In mijn vorige blog over Denemarken schreef ik over onze roadtrip door Jutland, het vasteland van Denemarken. Vanuit Jutland reden we door naar Kopenhagen. De hoofdstad van Denemarken is prima te voet te verkennen en we maakten dan ook een wandeltocht langs de bezienswaardigheden.
Vliegen
Wanneer je alleen Kopenhagen bezoekt en niet de rest van Denemarken, kun je het beste met het vliegtuig gaan. Vanaf o.a. Eindhoven, Amsterdam, Keulen en Charleroi kun je al voor een paar tientjes naar Kopenhagen vliegen en je bent er in een oogwenk.
Ga je met de auto?
Dan zijn er twee mogelijkheden. Vanuit Jutland rij je via het eiland Funen de Storebaeltsbrug over naar het eiland Sjaelland, waar Kopenhagen ligt. De verbinding is in totaal 18 km lang, waarvan het hangbruggedeelte 6,7 km lang is. De grootste hoogte is 65 meter. De tol kost 35 euro. Ik vond het prachtig om over zo een lange zeebrug te rijden!
De andere optie is de ferry van Duitsland naar Denemarken. Hier hebben wij met de terugreis gebruik van genaakt. Met de ferry gingen we vanuit Rødby (op het Deense eiland Lolland) naar Puttgarden (Duitsland). De overtocht met de ferry duurde ongeveer 3 kwartier en kostte 579 DK (ca. 81 euro) voor de auto + 10 DK per persoon (ca. 1,40 euro). Vanuit Kopenhagen scheelt dit tijd met naar huis rijden, gezien de route met de ferry 200 kilometer korter is dan de route over de brug. De afvaarten gaan 24 uur per dag door, en vertrekken elk half uur. Als je ’s avonds laat de boot neemt, is de boot goedkoper dan overdag. De reistijd bedraagt met de auto ongeveer 8 uur vanuit Utrecht.
Kopenhagen
De Deense hoofdstad kenmerkt zich door de vele rijen eenvoudige, gekleurde huisjes waarvan Nyhavn het bekendste is. Langs deze 300 meter lange gracht ‘de nieuwe haven’ staan vrolijk gekleurde huisjes waarin vroeger allerlei bordelen, pubs en tattooshops gevestigd waren voor de matrozen die de stad binnen voeren. Tegenwoordig vind je er veel terrasjes, restaurants en cafés.
In Kopenhagen zie je naast gekleurde huisjes veel fietsen en veel bouwwerken in de Hollandse Renaissancestijl, waardoor de eerste aanblik mij een beetje aan Amsterdam deed denken. Kopenhagen is prima te voet te verkennen.
Een wandeltocht langs de bezienswaardigheden
Vanuit Nyhavn lopen we naar slot Amalienborg, het koninklijk paleis van Denemarken dat wordt gevormd door 4 bijna identieke gebouwen met een plein in het midden. Het slot is buitengewoon mooi in de Deense rococo stijl en we vergapen ons aan de details van deze bijzondere architectuur. Tussen de gebouwen door heb je een doorkijkje met zicht op de Frederikskirke, die met zijn enorme koepel met 12 zuilen doet denken aan de Sint Pieter in Rome. Een prachtig gezicht! Na de wisseling van de wacht, die bij Slot Amalienborg dagelijks om 12.00 uur plaatsvindt, lopen we door naar den Lille Havfreu, het beeldje van de kleine zeemeermin uit het sprookje van Hans Christian Andersen die dromerig uitkijkt over de haven van Kopenhagen. Het beeldje is heel klein, het stelt eigenlijk niets voor en ik moet dan ook lachen om de drommen toeristen die zich verdringen om met het beeldje op de foto te gaan. Mijn dochter wil natuurlijk ook op de foto met de kleine zeemeermin, en na een buslading Japanners aan de kant geduwd te hebben lukt dat eindelijk.
We vervolgen onze wandeltocht over de groene wallen van Kastellet, een geweldig mooi vestingswerk in de vorm van een ster met vijf bastions in de punten. Het enorme complex behuist o.a. een gevangenis, een molen en de militaire geheime dienst van Denemarken. We wandelen over de wallen rondom het vestingswerk, van waaruit je een mooi uitzicht hebt over Kopenhagen.
Het is lunchtijd, en wat eet je dan in Kopenhagen? Smørrebrød natuurlijk! In het oudste café van Kopenhagen, café Petersborg, kun je allerlei soorten Smørrebrød eten. Deze Deense specialiteit bestaat uit een dikke snee roggebrood die rijkelijk en zeer kunstig versierd is met allerhande beleg zoals vis, ei, paté, rauwkost, vlees en saus. Na de lunch
slenteren we wat door de buitenwijkjes, langs mooie pastelkleurige huizen, groene straten en vele hippe koffietentjes.
We brengen een bezoek aan Park Kongens Have, het grootste stadspark van Kopenhagen. Het is een prachtig park, met name in de herfst. In slot Rosenborg, het kasteel dat in het park ligt, vind je de Deense kroonjuwelen. Genoeg kastelen en groen. Terug naar het centrum.
Kopenhagen Centrum
Het centrum van Kopenhagen verken je het best door de Strøget, een van de langste winkelstraten ter wereld af te lopen. De Strøget leidt langs de verschillende mooie pleinen in het centrum, waarvan Rådhuspladsen het bekendste plein is. Hier ligt het stadhuis van Kopenhagen en ook Tivoli, een van de oudste pretparken ter wereld (1843). De entree is bijzonder mooi en met name ’s avonds, wanneer het hele park wordt verlicht door duizenden lampjes. Aan de Strøget kun je goed shoppen, het is alleen een stuk duurder dan in Nederland…
Deze route kun je prima in een dag bewandelen. Heb je meer tijd te besteden in Kopenhagen? Breng dan ook een bezoek aan Christiana, een vrijstad binnen Kopenhagen. Christiana is in de zeventiger jaren gesticht door hippies en wordt als sociaal experiment getolereerd door de Deense overheid. Christiana bestaat uit gekraakte woningen voorzien van de mooiste graffiti, een stukje bos met wat zelf geknutselde boerderijtjes, enkele winkeltjes, kroegen en restaurantjes en een museum.
Leuk stuk over Kopenhagen! Het blijft een fijne stad om een paar dagen door te brengen. De kleinschaligheid en zeker de gezellige sfeer maken elk bezoek aan deze stad een groot feest.
Dank je Sanne! Precies wat je zegt, kleinschalig en gezellig. Ik vond het in ieder geval de moeite waard. Ben je vaker in Kopenhagen geweest?