Het is nog vroeg in de ochtend als onze boot aanmeert in de haven van Porto Novo. Verbaasd kijk ik naar het eiland dat voor me ligt en ik vermoed dat ik ben opgelicht door de plaatselijke VVV toen ze me vertelden dat dit het mooiste eiland van Afrika was. Het enige wat ik zie is een grote bruine vlakte met een handvol huizen en precies één boom. Niet bepaald de aanblik die ik had verwacht. Waarom ze dit land Kaapverdië (oftewel de Groene Kaap) noemen ontgaat me volledig. Osvaldo staat ons al op te wachten op de kade. Als hij mijn meewarige blik ziet en een licht wantrouwen bespeurt wanneer ik Google Maps nog maar eens controleer om te bezien of ik wel op het goede eiland ben, schenkt hij me een geruststellende glimlach. ‘No stress’, zegt hij. ‘It’s gonna be beautiful on the other side of the mountain’. Ik kijk hem vragend aan. ‘In Cabo Verde, we have no stress’, vertrouwt Osvaldo me toe. Dat klinkt me als muziek in de oren. We stappen achter in de jeep en Osvaldo neemt ons mee, de bergen in.
Kaapverdië is Afrika light met de vibe van Zuid-Amerika. Het land bestaat uit een groep van 12 eilanden en ligt een eindje uit de kust van het Afrikaanse vasteland, ongeveer ter hoogte van Senegal. Sommige eilanden zijn bewoond, andere eilanden zijn onbewoond. De meeste toeristen trekken naar Sal of Boa Vista, maar wij zijn beland op São Vicente en Santo Antão. São Vicente is bijzonder sfeervol en erg mooi maar Santo Antão, potverdorie. De plaatselijke VVV heeft gelogen. Santo Antão is niet het mooiste eiland van Afrika. Santo Antão is het mooiste eiland ter wereld.
São Vicente: cultuur, muziek en een woestijnachtig achterland
We zijn natuurlijk in Kaapverdië om mee te doen aan The Hike, waarbij Nikki en ik 24 uur over het Kaapverdische eiland São Vicente gaan lopen om geld op te halen voor de straatkinderen in Kaapverdië. We logeren deze week in Mindelo, de hoofdstad van het eiland São Vicente en het culturele hart van Kaapverdië. Mindelo is een mooi en kleurrijk stadje met hobbelige straatjes en koloniale huizen in pastelkleuren. Het doet me een beetje denken aan Cuba. Gelegen aan een baai die wordt omsloten door ruige bergen, is deze plek al decennialang een inspiratiebron voor muzikanten, schrijvers en kunstenaars. Als je goed kijkt zie je dat de baai eigenlijk een gigantische vulkaankrater is die onder water is gelopen. Het is prachtig om te zien hoe woestijn, bergen en zee hier samenkomen. Dit heb ik nog nooit gezien.
Een stadswandeling door Mindelo
Vanuit de heuveltop bij Fortim do Rei hebben we een waanzinnig uitzicht op de kleurrijke stad, met op de voorgrond de sikkelvormige baai en op de achtergrond een heuse tafelberg. Mindelo is werkelijk een plaatje. We bezoeken de vismarkt aan de voet van de Torre de Belém, waar stoere mannen de vis binnen halen en de vrouwen de vers gevangen barracuda’s en blauwe marlijnen direct schoonmaken en fileren. Vanaf de kade hebben we mooi zicht op de jachthaven van Mindelo. Als de avond valt komen mensen samen op de pleintjes en wordt er gedanst en muziek gemaakt. Er is ook een heus stadsstrand, waar het zand parelwit is en de zee azuurblauw. Het zijn clichétermen waar ik mee strooi maar zo ziet het er nu eenmaal uit. En dan staan er ook nog palmbomen. De mojito kost er 3 euro en het eten is lekker en vers. Nog meer redenen nodig om naar Mindelo te gaan?
Vulkanisch eiland
São Vicente is een vulkanisch eiland. Over het algemeen is het droog en dor, maar de aanwezige vulkanen en de grillige kustlijn maken het landschap toch afwisselend. Tussen de uitlopers van de vulkanen richting de zee vind je mooie strandjes en lieflijke vissersdorpjes. In het midden van het eiland steekt de Monte Verde zijn groene hoofd in de wolken. De klim naar de top is absoluut de moeite waard!
De boot van São Vicente naar Santo Antão
Vanuit de haven van Mindelo gaat er 3x per dag een ferry naar het buureiland, Santo Antão. Om 07.00 uur, om 08.00 uur en om 14.00 uur kun je de boot nemen. Let op: de boot gaat maar 1x per dag terug, namelijk om 16.00 uur. Een kaartje kost 800 escudo voor volwassenen (enkel) en 400 escudo voor een kind. Het is slim om de dag van tevoren alvast je kaartjes te kopen, want er staan soms lange rijen en daardoor heb je kans dat je de boot mist. Als je een kaartje hebt, moet je 25 minuten voor vertrek aanwezig zijn. Er zijn 2 maatschappijen die op en neer varen, wij gingen met Armas. Op de boot verkopen ze verse koffie, jus en tosti’s dus je kunt er prima ontbijten. De overtocht duurt een uurtje.
Dagtour vanuit São Vicente naar Santo Antão
Ik vond het nogal prijzig om vanuit São Vicente een dagtour naar Santo Antão te regelen. De goedkoopste die ik kon vinden was €113 p.p. Ik koos er dus voor om de dag voor vertrek alvast kaartjes te kopen voor de ferry van de volgende ochtend. De gids regelde ik op Santo Antão zelf. Lima Tours bood de goedkoopste dagtours aan, voor €60 p.p. incl. lunch. Lima Tours is een eenmanszaak. De eigenaar gaat zelf met je op pad en heeft enorm veel kennis over het eiland.
Van Mindelo naar Santo Antão
Santo Antão is de mooiste plek op aarde denk ik. In elk geval een van de mooiste. Dit eiland overtrof alle verwachtingen. Bij aankomst in de haven zagen we een gortdroog, bruin, rotsachtig landschap met hier en daar een aangeplante boom om de boel op te leuken. In eerste instantie dacht ik dan ook dat we waren opgelicht door de plaatselijke VVV toen ze zeiden dat dit het mooiste eiland van Kaapverdië was. Maar schijn bedriegt ook hier. We reden de bruine bergen in en het landschap werd steeds mooier. Het was net Nevada of Utah, een soort uitgestrekte rotswoestijn met gigantische ravijnen. Bijzonder indrukwekkend om te zien. Het was er ook erg heet. Boven op de bergkam van de bruine ‘woestijnbergen’ zag je gek genoeg allemaal loofbomen die in de wolken verdwenen. Het bleek een heus cloudforest te zijn.
Eenmaal boven stonden we aan de rand van een vulkaankrater waar zich een groene vallei met allemaal watervallen in had genesteld. Het was zo sprookjesachtig mooi, er fladderden nog net geen elfjes rond. De groene valleien met mais- en bonenterrassen gingen na enkele kilometers over in iets wat op een Zweeds dennenbos leek. Opeens werd het ook heel fris. We reden naar beneden, de berg af, een hoekje om daar lag de kust met vissersdorpjes, die tussen de rotsen in waren geklemd. Via de kustroute belanden we binnen een kwartiertje opeens in de jungle., maar dan tegen een achtergrond van heel gek gevormde groene pilaarbergen. Héél raar! Zo zagen we binnen enkele uren totaal verschillende microklimaten op een relatief klein eiland. Groene valleien met watervallen, vreemd gevormde rotsen, een woestijnlandschap, dennenbossen, jungle en zee. In het overgangsgebied tussen de kust en de jungle zagen we grote suikerrietplantages, koffieplantages en veel bananen- en kokosteelt. Vanuit de laadbak van de jeep keken we onze ogen uit en luisterden we naar de tropische vogeltjes, de krekels of het ruisen van de zee, afhankelijk van het microklimaat waarin we ons op dat moment bevonden.
Ik heb me rot gefotografeerd en gefilmd, maar dat zal nooit kunnen uitdrukken hoe ontzettend mooi het er echt was. Daarvoor moet je er naar toe 😊
Spreekt Kaapverdië jou aan?
Ja het lijkt me gaaf als ik daar eens naartoe kan gaan. Komt wel door het programma Helemaal het Einde!. Daarvoor had ik dit land nog niet in mijn reisvizier. Bedankt voor de mooie foto’s; het bevestigd wat ik stiekem al hoopte!
Bedankt voor je reactie Angela, wat leuk om te horen! En wie weet ben jij snel te vinden in Kaapverdië 😉